De Utrechtse Heuvelrug (excursie 10-11-2013)


S3130060

Even voor de brug over de Nederrijn zie ik hem vanuit de auto al voor me oprijzen: de Utrechtse Heuvelrug. Met links van me het plaatsje Rhenen en rechts de roemruchte Grebbeberg. Het zijn de resten van een stuwwal uit de voorlaatste ijstijd. Het Weichselien, voor beter ingevoerde geologen dan ikzelf. Naar de rivier waaraan de Poolse hoofdstad Warschau ligt. Dit is een aardkundige bijzonderheid die ik vandaag eens nader ga bestuderen.

Sinds ik op het eiland Voorne woon, ben ik lid van “Maaswaarden”. Dat zijn een aantal geologie- en fossielenliefhebbers uit de omgeving van Rotterdam, die elkaar in het pittoreske “Boerderijtje” in Rhoon treffen. Ik ben daar regelmatig te vinden, om mijn laatste vondsten van het Maasvlaktestrand voor te leggen aan deskundiger lieden dan ikzelf.

Maaswaarden geeft ook een nieuwsbrief uit. Wanneer die rept van een excursie naar de Utrechtse stuwwal, is mijn interesse gewekt. Voor het alleszins acceptabele bedrag van vijftien eurootjes laat ik zo’n interessant uitje natuurlijk niet lopen. Het initiatief van deze dag ligt niet bij onze Rhoonse vereniging, maar bij de Stichting Georeizen. Naar later blijkt, zijn dat enthousiaste mensen, die reizen en excursies organiseren naar geologisch interessante plekken, overal ter wereld. Annette be-vrouwt het bureau, waar ik me voor het uitstapje aanmeld.

Het weer werkt vandaag niet echt mee. Bij Tiel barst de stortbui, die me vanaf Rotterdam al dreigend volgt, echt los. Hevig maar kort gelukkig. Een goed moment voor een snelle koffiestop bij de McDonald’s van Ochten. Straks willen die geologie-profs daar vast geen tijd aan verspillen. En je weet maar nooit of het er vandaag anders nog van komt….

Als ik na de koffiestop de stationsparkeerplaats van Rhenen opdraai, is het alweer droog. Hier vindt het rendez-vous plaats van ons excursiegezelschap. Ik blijk één van de eersten. Annette heet me een warm welkom. Pim en Paul zijn er voor het inhoudelijke gedeelte. Langzaam druppelen er meer geo-liefhebbers binnen. De meesten kennen elkaar van eerdere gelegenheden, maar er zijn ook nieuwelingen bij, zoals ikzelf. Tegen mijn verwachting in is de man-vrouwverhouding ongeveer gelijk. Iets wat ik in het geowereldje niet zo vaak meemaak.

Voordat Pim ons gaat vertellen over de geologische achtergronden van de Heuvelrug, leggen we met ons pakweg vijftienen toch ergens aan voor een korte koffiestop. Een voor mij onverwacht tweede bakje, wat er zeker wel in gaat. Behalve met het dampend vocht (op eigen rekening) verblijdt de organisatie ons met een mapje met achtergrondinfo (gratis). Een geologische kaart van Nederland en enkele plattegrondjes van ons excursiedoel op diverse schaalniveaus. Ik ontwaar verder enkele grafiekjes van het temperatuurverloop en de zeespiegelstijging op de geologische tijdschaal. Vooral Pleistoceen en Holoceen doen er vandaag toe. Meer specifiek de Weichsel- en de Saale-perioden. (Nog zo’n Midden-Europese rivier.) Vandaag is het de bedoeling om met elkaar te gaan bekijken, wat er zich tijdens deze twee laatste ijstijden zoal tussen Rhenen en Veenendaal afspeelde.

S3130031

Na de koffie beginnen we met onze excursie. Midden op de Rijnbrug, waar ik vandaag al eerder reed. Deze plek geeft ons een goed zicht op de heuvels, die uit het vlakke rivierenlandschap achter ons oprijzen. En op Rhenen met haar Cuneratoren, dat er pittoresk tegenaan gevleid ligt. Rijkelijk omzoomd met vooral eiken en beuken. Links van ons lijkt de Utrechtse Heuvelrug naar het noordwesten toe te verdwijnen. In werkelijkheid zet hij zich nog voort tot in het Gooi. Rechts loopt hij bij de Grebbeberg, een stukje verderop, dood op het water van de Nederrijn. Naar alle waarschijnlijkheid sloot de stuwwal ooit aan op de nog enkele kilometers verder naar het oosten liggende Wageningse Berg. Die op zijn beurt eigenlijk weer een uitloper van het Veluwemassief is. De rivier, door de gletsjer ooit in westelijke richting gedwongen, lijkt het oorspronkelijke tussenliggende gedeelte te hebben weggeërodeerd. Veluwemassief en Heuvelrug vormden samen één stuwwal rondom de enorme gletsjertong, die in de voorlaatste ijstijd de gehele Gelderse Vallei vulde. Op de plek van een vroeger rivierdal, dat in noordwaartse richting liep.

Vanwege het lawaai van het langsrazende verkeer, verplaatsen we het hoorcollege vanaf de brug naar de rivieroever beneden ons. Op de plek waar een terrein bouwrijp wordt gemaakt. Volgens een wervend bord komen hier luxe woningen, met uitzicht op de rivier. Overal op het terrein haalt de aannemer duidelijke sporen boven van dekzanden en rivierafzettingen.

Ook hier is de rust van korte duur. De zondagmorgen blijkt allang niet meer het moment van kerkgang en bezinning. Integendeel. Juist deze ochtend hebben enkele plaatselijke coureurs dit bouwterrein verkozen om zich op hun cross-country-quads uit te leven. Pim’s uitleg wordt ruw verstoord door de machtige, bepaald niet fluisterstille motoren.

Het quadlawaai verjaagt ons eerder dan gepland. Naar de volgende interessante locatie op het programma. Enkele kilometers verderop, richting Veenendaal, ligt een aardkundig monument. In het recreatiegebied Kwintelooyen. Zo’n veertig jaar terug was dat nog een zandgroeve.

De afstand er naar toe is net iets te groot om te gaan lopen. Mijn Citroën biedt echter ruimte genoeg voor nog drie passagiers. Dat is (iets) milieubewuster dan ieder voor zich. En bovendien gezelliger.

Op de nog natte parkeerplaats van het recreatiegebied nuttigen we onze meegebrachte veldlunch. Even een moment van rust in het doorbrekende herfstzonnetje. Niet al te lang natuurlijk, de tijd vliegt. We staan hier tenslotte om bij onze gids weer nieuwe geologische kennis op te doen.

Tijdens het Weichselien werd de gletsjertong in de latere Gelderse Vallei steeds dikker en kroop verder zuidwaarts. Zich een weg zoekend door de dekzanden, die hier in de voorgaande perioden in dikke lagen door de wind werden afgezet. Daarbij werd steeds meer bodemmateriaal zijdelings weggedrukt en in lagen over elkaar heengeplooid. Op deze wijze ontstonden aan weerszijden van de groeiende gletsjer de stuwwallen, die nu de Utrechtse Heuvelrug en de Veluwe vormen.

S3130055

In betere tijden boden de steile zandwanden in de groeve een ideale mogelijkheid om deze lagenstruktuur in het zand te bewonderen. Dat die steile wanden na de metamorfose tot recreatiegebied op gespannen voet stonden met de veiligheid van de bezoekers, moge duidelijk zijn. Bijna alle afgegraven wanden zijn dan ook (lekker safe…) glooiender gemaakt. Waarna ze de afgelopen veertig jaar begroeid raakten met vegetatie.

Pim leidt ons naar het aardkundig monument. Een heuvel, waar de geplooide lagenstructuur nog (vrij) goed zichtbaar is. Om die te kunnen bewonderen, is wel een steile klim over een modderige helling vereist. De meest dapperen onder ons klauteren nieuwsgierig met Pim mee naar boven. Een aantal mensen verkijkt zich daarbij op de moeilijkheidsgraad van de bijbehorende, onvermijdelijke afdaling. Of op de geschiktheid van hun schoeisel. Gelukkig blijven botbreuken uit en beperkt de schade zich tot enkele modderige achterwerken.

Verderop wacht ons een wat gemakkelijker klim. Hoewel in de groep veel mensen elkaar voor het eerst zien, ontstaan er al snel leuke kontakten tussen voorheen onbekenden. Inmiddels klaart de lucht steeds verder op. Het zonnetje breekt zelfs voorzichtig door. Dit keer lopen we via een lange trap naar de top van de stuwwal. Waar ons een prachtig uitzicht over de Gelderse Vallei wacht. Met op de voorgrond de flats van Veenendaal. In de verte ontwaar ik de Enka-schoorstenen van Ede. Ik probeer me op dit punt een voorstelling te maken van de gletsjer, die toch gauw de dubbele hoogte moet hebben gehad van de top, waar we nu staan.S3130061

Pim vertelt iets over rivierafzettingen en erosie. Aan de hand van het vanochtend gevallen regenwater, dat zich via het looppad hier en daar nog een weg omlaag zoekt. De plassen en waterstroompjes aan onze voeten zijn uitstekend bruikbaar als schaalmodel. Naarmate het terrein vlakker wordt, stroomt het water langzamer en wordt het meegevoerde zand her en der afgezet. De afzettinkjes tekenen zich scherp af tegen de grovere kiezels eromheen. Vooral waar een stroompje uitmondt in een grotere plas en zijn snelheid verliest, blijft een brede waaier zand liggen.

Hebben we zojuist de binnenzijde van de opgestuwde gletsjerwal bekeken, nu is de buitenzijde aan de beurt. Tijd dus om onze auto’s weer op te zoeken. Genietend van de bossen in hun prachtige herfsttooi steken we de heuvelrug over. Het gaat vrij steil omlaag naar het dal van de Rijn.S3130069

We komen een stukje westelijk van Rhenen uit. Op de buitenflank van de Heuvelrug ligt de Plantage Willem III. Dat wordt ons volgende excursiedoel.

Dit gebied is tegenwoordig in bezit van het Utrechts Landschap, maar was ten tijde van onze vorige koning een plantage. Zo’n vijftig jaar lang produceerde die tabak. Maar de concurrentie met beter toegeruste, warmere streken bleek niet vol te houden. De sigarenindustrie die in het kielzog van de plantage rond Veenendaal ontstond, handhaafde zich een halve eeuw langer, maar is nu ook vrijwel verdwenen. Van tabak of daaromtrent zien we dan ook geen andere sporen terug dan het plukje schuren verderop. Originele, opgeknapte tabaksschuren.

Iemand vestigt de aandacht op iets dat lijkt op een smeltwaterdal(letje). Pim wijst ons op het ontbreken van de bijbehorende stroompjes of beekjes. Die zou je hier, zeker na de overvloedig gevallen regen, wel verwachten. De oorzaak is natuurlijk de zandige bodem, waar al dat water immers vrijwel onmiddellijk in wegzakt. Dat was aan het eind van de voorlaatste ijstijd natuurlijk wel anders. Het water van de smeltende gletsjertong zocht zich toen een weg over de permanent bevroren bodem. Daarbij onder andere het dalletje uitslijtend, waar we nu oog in oog mee staan.S3130070

Het Utrechts Landschap besloot de geologisch minder onderlegde bezoeker een handje te helpen, om zich een beeld van dit proces te vormen. Door het aanwezige geboomte te rooien, wordt het dalletje wat meer geaccentueerd. Er ontstaat wat discussie over de wenselijkheid van zo’n kunstmatige ingreep in de natuurlijke gang van zaken. Feit is in elk geval, dat de hier en daar aanwezige, neolithische grafheuvels eveneens beter zichtbaar zijn geworden. Als sporen van een vroege, menselijke aanwezigheid op de stuwwal.

Tijd om een stukje verder naar boven te klimmen. Dit keer gaan we voor het prachtige uitzicht over het dal van de Nederrijn en het vlakke rivierenland daarachter. Met de zon hoog aan een inmiddels strakblauwe hemel.

Ik stel me in gedachten voor, hoe deze plek er tijdens de ijstijden uitzag. Toen mammoeten en wolharige neushoorns zich vrij over de uitgestrekte vlakten tussen Engeland en hier bewogen. Regelmatig raap ik daar immers op het Maasvlaktestrand de gefossiliseerde bewijzen van op.

Door het smelten van de ijskap begon de zeespiegel te stijgen. Aanvankelijk ging dat bijzonder snel. Vanaf twee kanten, de Doggersbank en het tegenwoordige Nauw van Calais, liep de Noordzeebodem onder. Later zwakte dat steeds meer af. Pim benadrukt ons weer eens dat, op een geologische schaal bekeken, de huidige zeespiegelstijging eigenlijk nog maar weinig voorstelt.S3130035

En dan loopt deze excursie alweer op haar eind. Terug op het parkeerterreintje van Willem III nemen we afscheid van een aantal mensen. Enkele echte die-hards, waaronder natuurlijk ikzelf, gaan voor een wat geleidelijker afscheid. Daarvoor leggen we nog eventjes aan bij een horeca-uitspanning. Direct naast de veerstoep van Rhenen. Wij hobbygeologen blijken echte gezelligheidsdieren. Ook al zien enkelen elkaar vandaag voor het eerst. Met een hapje en een drankje vervliegt de tijd. Totdat één van mijn passagiers mij op de eerder gedane belofte wijst, haar tijdig af te zetten op het station. Omdat belofte nu eenmaal schuld maakt, scheur ik me los uit de gesprekken. Ik verzamel mijn passagiers en neem afscheid van de achterblijvers. Onder het motto, dat een dag als deze voor herhaling vatbaar is.

Bedankt, alle mensen van Stichting Georeizen!